Vragen van verwijzers
Endotheliale dystrofie – Op welk moment kan ik verwijzen?
Bij patiënten met een endotheliale dystrofie zijn zowel de objectieve meetwaarden als de subjectief ervaren visusvermindering belangrijk. De richtlijn voor een penetrerende keratoplastiek om pas te opereren bij een visus van 0.3 of minder, is voor posterieure lamellaire hoornvliestransplantaties niet van toepassing. (Advanced) DMEK is minder ingrijpend en maakt een endotheliale dystrofie doorgaans goed behandelbaar. Een meerderheid van de patiënten bereikt relatief snel een beter visusherstel. Door tijdig ingrijpen voorkomen we dat ADL-activiteiten van de patiënt verder afnemen.
Eerst cataractextractie of eerst (advanced) DMEK?
Patiënten met een endotheliale dystrofie en cataract kunt u voor een beoordeling van de cornea naar ons verwijzen. Tijdens een eerste consult stellen wij een behandelplan vast. Als het een gevorderde cataract is, verzoeken wij de patiënt terug te keren naar de verwijzende oogarts voor een cataractextractie. Wij vertellen de patiënt dat het zicht kan verbeteren of verslechteren na de cataractoperatie, afhankelijk van de ernst van dystrofie. Als het nodig is, kunnen wij vanaf zes weken na de cataractoperatie een DMEK-operatie uitvoeren.
Ook als er geen cataract aanwezig, kunnen wij een (advanced) DMEK uitvoeren. Een cataract extractie is geen voorwaarde om tot (advanced) DMEK over te gaan.
Waarom combineert Melles Hoornvlieskliniek cataractextractie niet met (advanced) DMEK in één operatie?
Er zijn diverse redenen om af te zien van deze combinatie:
- Het gebruik van visco-elasticum voor een cataractextractie kan interfereren met de hechting van het transplantaat aan de posterieure cornea. Dit vergroot het risico op een afligging van het donorweefsel.
- Bij een gecombineerde operatie kan het lastiger zijn het oog aan het eind van de ingreep goed op druk te brengen, terwijl dit juist nodig is om het transplantaat goed te laten hechten.
- Het komt voor dat de patiënt na de cataractexctractie weer acceptabel ziet, wat betekent dat een hoornvliestransplantatie uitgesteld kan worden.
Keratoconus – Wat houdt Bowman layer transplantatie in?
Bowman layer transplantatie is een van onze nieuwste technieken voor patiënten met gevorderde keratoconus. Bij deze techniek implanteren wij midstromaal een voorgeprepareerde donorlaag van Bowman in een cornea met gevorderde keratoconus. Na de behandeling neemt de cornea-ectasie af en stabiliseert deze zich. Tegelijkertijd blijft het zicht van de patiënt behouden en kan de patiënt contactlenzen blijven dragen. Daarnaast worden met deze techniek risicovollere procedures zoals penetrerende keratoplastiek of diepe anterieure lamellare keratoplastiek uitgesteld. Voor meer informatie over deze techniek: van Dijk K, Liarakos VS, Parker J, Ham L, Lie JT, Groeneveld-van Beek EA, Melles GRJ. Bowman layer transplantation to reduce and stabilize progressive, advanced keratoconus. Ophthalmology 2015;122:909-17.
Keratoconus – Op welk moment kan ik verwijzen?
Verwijscriteria bij keratoconus zijn progressie van de aandoening, contactlensintolerantie of visusdaling. Als een chirurgische behandeling (nog) niet geïndiceerd is, volgen wij de progressie via reguliere pentacamscreenings.
Hoe word ik op de hoogte gehouden en hoe zit het met de nazorg?
Na een eerste consult ontvangt u een medische brief met onze bevindingen en het eventuele behandelplan. Ook ontvangt u een verslag direct na een operatieve ingreep. Postoperatieve controles vinden plaats op de eerste dag en een week na de ingreep en vervolgens een, drie, zes, negen en twaalf maanden na de operatie. Ook daarna controleren wij het oog elk half jaar.